Medicatieveiligheid

De scholing Medicatieveiligheid in de zorg is als volgt opgebouwd:

Uur 1

Het eerste uur bevat met name theorie. Wat is nu eigenlijk een geneesmiddel, hoe komt de werking en de bijwerking tot stand. Maar nog veel belangrijker, hoe herken je een bijwerking en wat moet je dan doen.

Uur 2

Het tweede uur start op het moment dat de verpleegkundige de medicatieverantwoordelijkheid gaat overnemen. Welke wet- en regelgeving komt hierbij kijken. Wat is de rol van de huisarts en de apotheker. Welke randvoorwaarden zijn er noodzakelijk om in de thuissituatie medicatieveiligheid te borgen.

Uur 3

In het derde uur wordt er dieper ingegaan op het gehele proces vanaf inname van de medicatie tot en met opname van de werkzame stoffen in het bloed. Welke factoren zijn hierop van invloed en hoe kun je als professional ervoor zorgen dat dit proces optimaal verloopt.

Waarom kan de ene tablet wel met yoghurt ingenomen worden en een ander niet. Waarom zijn er verschillende soorten tabletten zijn, zoals dragees, maagsapresistente tabletten, capsules en nog veel meer. In dit uur wordt ook de noodzaak besproken van het opstellen van het vermaalprotocol.

Uur 4

In het laatste uur wordt er casuīstiek behandeld, bijvoorbeeld: hoe te handelen bij een zorgvrager die slikproblemen krijgt, wat als iemand vlak na inname gaat braken. een zorgvrager die medicatie weigert en nog veel meer. Daarnaast is er voldoende gelegenheid voor vragen en inbreng van eigen casuīstiek.

Na de scholing ben je in staat om op basis van de verkregen nieuwe kennis alle praktijkproblemen correct op te lossen.